Weeshuizen helpen

Helpen in weeshuizen is voor sommige reizigers iets wat op hun bucketlist staat. Vanuit onze ervaring delen wij graag onze vragen en antwoorden. Niets is leuker dan kinderen helpen in een land waar kinderen hulp nodig hebben. Maar als je wat kritische stukken leest kunnen je hoofd en je hart wat wrijving hebben.

Toen wij de eerste keer in aanraking kwamen met een weeshuis werden ook wij geconfronteerd met de vraag wanneer help je mensen en wanneer geef je eigenlijk vooral jezelf een goed gevoel. De laatste jaren is er meer aandacht voor de effecten van weeshuizen in relatie tot de hulp die voornamelijk vrijwilligers en toeristen denken te bieden als zij daar aan komen.

Aandacht voor de effecten

Er zijn verschillende organisatie die nadenken en hun ervaringen delen waarom weeshuizen misschien helemaal geen goed idee zijn, zoals orphanages.no. Anderen zijn kritisch en zoeken naar anderen manieren, zoals het Better Care Network. En organisaties die het kind centraal stellen en om die reden kritisch zijn, zoals de child safe movement of defence for children. Weer anderen richten zich op het weeshuistourisme, zoals stopweeshuistourisme.nl. Verder besteden inmiddels ook bekende organisaties zoals Unicef, aandacht aan de effecten van deze goed bedoelde hulp. Al deze organisaties hebben gemeen dat zij in de loop jaren, veelal door persoonlijke ervaringen hebben gezien dat weeshuizen hun eigen dynamiek hebben.

Een paar kritische verhalen

Er worden waarschijnlijk wereldwijd miljoenen kinderen opgevangen in weeshuizen waarvan er bij 80% de vraag kan worden gesteld of zij echt wees zijn, bijvoorbeeld omdat één van hun ouders nog wel leeft. Een belangrijke reden is dat armoede voor ouders soms een drijfveer is om een kind in een weeshuis te plaatsen omdat het dan in ieder geval basisvoorzieningen krijgt.

Onderzoek toont inmiddels aan dat het leven in deze opvanghuizen ook negatieve effecten heeft op kinderen. De vraag die daarbij opkomt is dan ook of wij met zijn allen niet beter kunnen investeren in het versterken van familiebanden en het terugdringen van armoede. Hoewel het ondersteunen van deze instellingen vaak goed bedoeld is leidt het er tegelijk toe dat er weinig reden is om tot verandering over te gaan.

Als je even zoekt zijn er verschillende verhalen te vinden. De oprichter van Next Generation Nepal, de Amerikaanse Conor Grennan, schreef een boek over zijn ervaringen. Toen hij vrijwilligerswerk deed in een weeshuis in Nepal ontdekte hij dat eigenlijk alle kinderen in het weeshuis waar hij werkte nog leefde. Nu zet hij zich via zijn stichting in om alle banden weer te herstellen door ouders en kinderen te herenigen. Ook wijst hij op kinderhandelaren die ouders een plaats beloven in weeshuis als ze een bepaald bedrag te betalen. Hulp is, hoe gek het ook klinkt, ook een markt, een industrie zo je wil. Met allerlei handelaren, met vraag en aanbod. Er zijn ook verschillende blogs te vinden met verhalen, zoals Veerle op oneworld. Daisy schrijft in haar blog onder meer ook over de oprichter van Next Generation Nepal met een duidelijk betoog waarom weeshuistoerisme volgens haar echt niet meer kan.

Werken in of voor een weeshuis

De kern vraag is om je nog voor of in een weeshuis moet gaan werken. Dat er veel aan de hand is lijkt wel vast te staan. Dat ontwikkelingen niet snel gaan en dat onze goed bedoelde hulp het systeem in stand houdt is denk ik ook waar. Echt onderzoek doen blijft lastig. Je hebt er namelijk altijd voldoende tijd en middelen voor nodig. Ook voor mensen of grote organisaties die de weeshuizen dagelijks met veel liefde bemensen blijft dit lastig. Je moet je tijd ergens aan besteden en het uitzoeken of het kind echt geen ouders heeft kost heel veel kostbare tijd en vaak ook geld. Het is ook de vraag waar hele arme kinderen nu beter af zijn. Thuis bij hun ouders of in een weeshuis dichtbij. Dat de handel niet goed is daar is geen twijfel over. Dat er betere systemen moeten komen daar is iedereen het ook over eens.

Ondertussen

De vraag is wat wij in die tussentijd doen. Organisaties als Next Generation Nepal dragen met hun netwerk echt bij aan betere omstandigheden. Het zijn financiële afwegingen die mensen vaak tot dit soort keuzes laten komen. Wij weten ook niet wat wij zouden doen als wij in hun schoenen zouden staan. Wij kunnen kijken naar de negatieve elementen in het systeem. Als mensen hun kinderen naar weeshuizen sturen dan kan daar een reden voor zijn die misschien niet eens aan ons is. Een ouder die zijn kind niet wil of dagelijks als een last ervaart wordt geen betere ouder en zorgt ook niet voor een jeugd waarin het fijn is om op te groeien. Een systeem waarin ouders van een breder netwerk gebruik kunnen maken ondersteunt iedereen. Dat betekent dat de handel er tussenuit moet. Het netwerk zou dicht bij de ouders in de buurt moet zijn om met de kinderen een band te houden. Het mooiste zou zijn als familie de kinderen kan opvangen, maar als dat niet mogelijk blijkt dan zijn weeshuizen voor mij nog wel een mogelijkheid. Als onderdeel van een netwerk.

Ieder proces kost tijd. Ook een proces waarin je misschien naar veel minder weeshuizen gaat en naar meer ondersteuning. Veel kinderen in weeshuizen zijn een gevolg van armoede en de ongelijke verdeling in de wereld. Armoede is een veelkoppig fenomeen dat niet eenvoudig is op te lossen. Ook omdat het is ingebed in een globale economie. In dit proces tussen minder weeshuizen en meer ondersteuning in een breder netwerk zit een gat waarin hulp nodig is. Ik denk bij hulp aan of in weeshuizen dan aan het bouwen van het netwerk, de controle van kinderen die Next Generation Nepal ook verzorgt. Je hoeft de kinderen niet direct te helpen in het weeshuis. Je kan ook aanbieden om te kijken hoe een weeshuis zijn eigen administratie op orde kan brengen, een goed netwerk bouwt en hoe het beter kan controleren of kinderen nog ouders hebben en wat daar voor nodig is. Jij kan de kennis en ervaring van organisaties zoals Next Generation Nepal ook vertalen naar het weeshuis waar jij je voor in wil spannen.

Naar een oplossing

Veel van de kritiek is terecht. De vraag is nu, wat is de oplossing? Ik zoek de oplossing in het versterken van netwerken en de capaciteit van het weeshuis. Zij hebben geen tijd om de ouders te zoeken of een netwerk te bouwen. De goede weeshuizen zijn druk met de dag door te komen en iedereen aandacht te geven. Zij hebben hulp nodig in de transitie. Ieder veranderingstraject kost tijd. Als vrijwilliger kan je hiermee helpen. Je kan netwerken bouwen en kennis inbrengen. Zaken die tijd kosten maar wel zijn over te dragen. Ik geloof ook nog steeds in kleine kortdurende hulp als een dak instort of wanneer er plotseling kinderen bijkomen. Ik geloof veel minder in structurele hulp. Lokale groepen moeten hun eigen problemen het hoofd bieden. Een helpende hand is dan soms prettig maar als de lokale gemeenschap het niet kan dragen dan is vaak meer structureel een probleem dat je niet oplost met meer hulp. Ieder veranderingsproces moet van binnen uit komen. Zonder vraag kan je geen goed antwoord geven. En zonder vraag is ieder antwoord goed.

Weeshuistoerisme

Een onderdeel van het systeem is weeshuistourisme. Daar vind ik het zelf veel minder moeilijk. Kinderen horen in een rustige omgeving op te groeien en niet vanwege geldinzameling liedjes en dansjes te leren om de toeristen te vermaken. Dat is werk voor volwassenen in toeristencentra of op lokale feestelijkheden. Als je het belangrijk vindt deze mensen te helpen dan je ook gewoon via de reisorganisatie geld geven. Wanneer je niet met een reisorganisatie reist kan je er ook voor kiezen een kop koffie met de baas te gaan drinken en te kijken wat nodig is. Hierbij geldt natuurlijk altijd dat je kritisch moet kijken naar het weeshuis en waar je nu precies aan bijdraagt. Denk vooral in oplossingen. Wat gaan we nu doen, nu wij dit weten.